-
1 rush
n. drukte; haast; toeloop; bies--------v. rennen, vliegen; storten; zich haastenrush1[ rusj] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 heftige beweging ⇒ snelle beweging; stormloop, grote vraag, toevloed♦voorbeelden:there is a rush for his latest novel • er is een grote vraag naar zijn laatste roman2 what's the rush? • vanwaar die haast?————————rush21 stormen ⇒ vliegen, zich haasten♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 meeslepen ⇒ haastig vervoeren, meesleuren♦voorbeelden:rush a bill through • een wetsontwerp erdoor jagen/haastig afhandelen -
2 dive
n. duiken; tent--------v. duiken; hand in zak stoppendive1[ dajv] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 duik ⇒ het duiken, duikvlucht2 plotselinge snelle beweging ⇒ greep, duik♦voorbeelden:4 take a dive • de boksmatch ‘verkopen’————————dive2♦voorbeelden:dive for pearls • naar parels duikendive into one's studies • zich werpen/storten op zijn studie -
3 flit
n. met de noorderzon vertrekken--------v. fladderen, zweven, vliegen; (snel) heen en weer gaan (schieten), (weg)trekken; verhuizenflit1♦voorbeelden:————————flit2〈werkwoord; flitted〉3 snel heen en weer bewegen ⇒ zweven, vliegen♦voorbeelden: -
4 scoot
n. snelle beweging; rennen, sprint (slang)--------v. 'm smeren, vliegen[ skoe:t] -
5 whip
n. zweep; zweepslag; striem; slagroom; schuim, eierschuim; verkiezings oproep; het verzamelen van jachthonden; molenwiek, rijs, twijg--------v. met de zweep slaan; slaan; doen schuimen; klappen krijgen; snelle beweging; verzamelen; verlies lijden; vissen; bindenwhip1[ wip] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 zweep ⇒ karwats, gesel♦voorbeelden:→ fair fair/————————whip2〈 whipped〉1 snel bewegen/doen ⇒ snellen, schieten♦voorbeelden:whip up • snel oppakken; snel in elkaar draaien/flansenhe whipped round the corner • hij schoot de hoek omII 〈 overgankelijk werkwoord〉3 afvissen♦voorbeelden:he whipped up his audience • hij zweepte zijn toehoorders op -
6 fouetté
n. balletbeweging op een been waarbij de danser de richting van de heup verandert en met een zeer snelle beweging draait terwijl de richting en positie van het been bewaard blijft -
7 free oscillation
vrije oscillatie (snelle beweging en ritme waar geen inhiberende kracht opwerkt) -
8 back pedal
v. achteruitfietsen; terugkrabbelen, van mening veranderen; (Boxen) terugtrekken door een snelle terugwaartse beweging te maken -
9 forced oscillation
geforceerde oscillatie (snelle en ritmische beweging optredend onder invloed van een uitwendige kracht)
Перевод: с английского на нидерландский
с нидерландского на английский- С нидерландского на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский